Wij hebben de naam Black "LOTUS" genomen door de vele toepasbare betekenissen die de lotus zelf heeft.
Gezien de bloem uit zijn eigen wortelstok lijkt te ontstaan, symboliseert hij goddelijke geboorte en zuiverheid. De lotus is in het hindoeïsme en het boeddhisme een veel gebruikt attribuut bij de afbeeldingen van goden. De plant wortelt in een moerasachtige en modderige bodem, maar de bladeren en de bloemen zien er nooit modderig uit. Hierdoor spreekt men ook van het zelfreinigende vermogen of het lotuseffect. De plant bloeit gedurende het hele jaar en breidt zich zo uit dat grote oppervlakten overgroeid kunnen worden. De bloemen kunnen aan stengels van wel 5,5 meter hangen (dit hangt af van de diepte van het water).
Deze kenmerken samengebracht met de zwarte kleur (heel zeldzaam voor een bloem) hebben ervoor gezorgd dat deze naam door ons gekozen.
De voornoemde kenmerken belichamen voor een groot deel de visie en de filosofie waarvoor wij wensen te staan.
De goddelijke geboorte en zuiverheid trachten we hierbij terug te brengen naar het ontstaan van ons eigen leven en alles wat hierin verandert. Het ontstaan van een leven is zo ingrijpend voor iedereen die met dit "wezen" of deze "persoon” in contact komt. Dit kunnen wij eveneens terugkoppelen naar de leerlingen die in onze club komen. Nieuwe leerlingen komen als zuiverheden in de groep en vanaf dit ogenblik kunnen zij verder begeleid worden tot ze een mooie bloem kunnen worden. Het zelfreinigende lotuseffect is het zichzelf in vraag durven te stellen, zowel in de positie binnen de club als in het dagelijkse leven. Zijn we goed bezig, wetende dat we als persoon en lesgever een voorbeeldfunctie hebben. Voor de mensen in de club, familieleden, kinderen en mensen waarmee wij in contact komen... De lange weg van de stengels is de levensweg die wij kunnen/moeten bewandelen in het leven. Deze weg is lang en loopt niet van een leien dakje, maar heeft hopelijk voor iedereen een heel mooi slot op het einde van de rit. De stengel hoort ook een leidraad te zijn voor de leerlingen die een weg in het leven zoeken.
De beoefenaars van een krijgskunst of gevechtssport dienen heel veel karakter op te brengen om telkens het uiterste van hun lichaam te vragen. De fysieke kracht, het incasseren, het zichzelf kunnen beheersen bij het ontvangen en geven van aanvallen vragen zo veel discipline en respect voor zich en voor anderen om te kunnen groeien. De evolutie die een beoefenaar doormaakt is een evolutie die de krijgskunst ook blijft doormaken. Zo werd onze uitoefening van de stijl aangepast door de ervaringen tijdens het leven en tijdens de lessen. Oorspronkelijk werden de oefeningen vooral teruggekoppeld naar "kracht en agressie". Dit had als gevolg dat ons lichaam bij het blokkeren en het vervolg van de oefeningen steeds vast kwam te zitten. De stroeve werking veroorzaakte enkel maar problemen. Door de loop van de jaren heen zijn wij gaan inzien dat het werken beter gaat in "soepelheid en snelheid". Kracht is een meegenomen voordeel, doch techniek en precisie zijn veel meer bepalend en noodzakelijk.
Dit zijn tevens benodigdheden die we in het gewone leven heel hard nodig hebben. Wanneer wij beheerst, gedisciplineerd en respectvol door het leven proberen te gaan kunnen wij trachten het leven van anderen en onszelf te vergemakkelijken en bepalend te zijn. Dit vraagt natuurlijk veel karakter en doorzettingsvermogen.
Dit alles is een visie die wij, ikzelf en iedereen voor een groot stuk zelf moeten invullen. Wij als lesgevers, zelfs elke beoefenaar, hebben en krijgen de verantwoordelijkheid toegeschoven om zo eerlijk en zuiver mogelijk te zijn. Hierdoor worden wij voor velen, als uithangbord van de krijgskunst een steun, de basis tot vertrouwen en steun voor anderen. Al moet ik wel bekennen dat dit een moeilijke en zware opdracht is, die in het eigen privé-leven nog het moeilijkst te bewandelen is.
Kung Fu als krijgskunst, kan (hopen wij) een stevige basis geven aan de mens en zijn omgeving. Het vertrouwen, de discipline, het respect... die we krijgen door de uitvoering van de krijgskunst maakt ons in het dagelijkse leven rustiger, meer beheerst en rationeler. Het nadrukkelijker lezen van lichaamstaal en omstandigheden helpt ons sneller en kalmer situaties in te schatten. De controle over ons lichaam en gedachten helpt ons dan weer doortastender te werk te gaan in stresssituaties of crisissituaties. Wij moeten in staat zijn om door onze eigen uitstraling van kalmte en rust andere mensen positief te beïnvloeden.
De basis van onze filosofie is samen te vatten in een bekende zin: een vermeden conflict is een gewonnen conflict. Het vermijden van een conflict is echter ook het moeilijkste om te doen. Hiervoor heeft men inzicht nodig in de meestal complexe situatie, moet men een idee hebben van de belangen en de capaciteiten van de tegenstander en moet men vooral ook zichzelf kennen en sterk in zijn schoenen staan.
Indien we spreken van "conflicten beheren", is het hoofddoel steeds het conflict te neutraliseren en niet de tegenstander neutraliseren. Hierin zijn verschillende gradaties van geweld mogelijk en wij pleiten ervoor de gradatie van geweld steeds aan te passen aan de situatie waarin men zich bevindt.
De eerste optie is altijd weggaan of vermijden. Indien een conflict niet vermeden kan worden, is het soms de beste optie om gewoon het ontstane conflict achter zich te laten en weg te gaan, indien dit mogelijk is.
De volgende stap is zorgen dat men zo snel mogelijk weg kan indien dit niet het geval is, voor het conflict escaleert in geweld. Met een beperkt agressieve tussenkomst zichzelf losmaken zodat de plaats verlaten terug een optie is. Soms is dit loskomen niet voldoende en moet men beperkte agressie gebruiken, niet alleen om te kunnen vluchten, maar ook om verdere acties van de tegenstander te ontraden. Dit gebeurt meestal door hem pijnprikkels te geven of door beperkt onder controle te nemen.
Een laatste optie is het conflict neutraliseren door de tegenstander agressief te behandelen tot hij het conflict onmogelijk kan verderzetten. Indien men mededogen wil tonen aan de tegenstander spreken we hier over een klem, indien dit mededogen niet gepast of niet mogelijk is, spreken we van een doorgezette klem of een reeks gerichte slagen en immobiliteit van de tegenstander.
Een beginnend lid zal in onze club basisoefeningen aangereikt krijgen om in een conflict een agressor te neutraliseren. Het is de bedoeling dat deze basisoefeningen voldoende zijn om minstens een vluchtweg uit het conflict te openen. Naarmate het lid vordert in onze krijgskunst, zal hij meer en meer de details en nuances leren distilleren uit de veelheid aan oefeningen die hem worden aangeboden. Waar het lid eerst slechts kopieerde, zal hij nu meer en meer leren zichzelf aan te passen aan de situatie door terug te grijpen naar die details en nuances zonder terug te vallen in een basisoefening. Het is van belang te begrijpen dat dit volledig afhangt van het kennen , kunnen en willen van het individu . Een stuk verder op de weg zal het lid niet meer afhangen van de basisoefeningen, maar zal hij zijn eigen stijl ontwikkelen om conflicten op te lossen. De uitwerking van de eigen stijl is een nooit eindigend proces omdat dit plaatsvindt in een steeds veranderende samenleving. Deze weg van chaos naar structuur is binnen onze club terug te vinden in de drie assen van de krijgskunst:
Elke oefening begint gestructureerd met een ontwijking, een stoptechniek en een beperkte tegenaanval, maar evolueert daarna in een afwerking die gebaseerd is op de reactie van de agressor. Dit kan steeds verder gaan afhangkelijk van het kennen, kunnen en willen van de beoefenaar.
Een oefeningenreeks is een reeks van reacties die mogelijk zijn op één bepaalde aanval, bv. greep naar de kraag. Er worden verschillende basistechnieken aangeleerd. Deze technieken zullen op termijn door elkaar lopen om tenslotte de beoefenaar de kans te geven een dergelijke aanval te counteren met een uitgebreid gamma aan technieken. Dit kan veranderen naargelang de agressor en zijn gebruikte technieken.
De evolutie van een lid van de club als beoefenaar wordt opgevolgd door een systeem van banden. De lagere banden worden geacht de aangereikte oefeningen te kunnen kopiëren. Hoe hoger de band, hoe meer eigen inbreng er zal moeten zijn in de oefeningen.
Shaolin Kempo en Chan Shaolin Si werden in Europa geïntroduceerd door Prof. Dr. phil Dr. T.C.M. Sifu Tse Dshero
Khan Chen Tao Tse, die de naam Gerald Karel Meijers aannam op het moment dat hij Nederlands staatsburger werd.
Sifu Tse werd op 28 augustus 1928 in Mongolië geboren als Prins Ganjuuryn Dshero Khan. Hij leefde in zijn jeugd
in verschillende kloosters in China en studeerde daar verschillende Chinese krijgskunsten. Zo leerde hij Qi
Gong, traditionele Chinese heelkunde, de krijgskunst Chuan Su en de krijgskunst Wu Tang. In al deze disciplines
behaalde hij meestergraden. Als adolescent werd Sifu Tse geadopteerd door de Nederlandse generaal Cornelius
Meijers en vanaf dat moment leefde hij in garnizoenssteden. Op deze manier kwam hij ook in aanraking met
militaire gevechtsdisciplines. In deze periode leerde hij Goju Ryu Karate, Poh Chi en Tae Kwon Do.
In de jaren '50 kwam Sifu Tse naar Nederland en richtte daar het Shaolin Kempo op. Nadien ontwikkelde hij het
Chan Shaolin Si en de Dju Su.
Chan Shaolin Si is een intensieve en allesomvattende scholing van lichaam en geest, die gebaseerd is op een
filosofisch georiënteerd krijgskunstsysteem. De basis van Chan Shaolin Si is de drakenstijl, die ontwikkeld is
uit de essentie van de andere dierenstijlen. De beoefening is een interessante mix van meditatie, statische
oefeningen, basistechnieken, dierenstijlen en zelfverdediging.
Dju Su kan omschreven worden als een modern Chinees zelfverdedigingssysteem dat vergelijkbaar is met het Jiu
Jitsu. Het gaat hier echter niet om een traditionele Chinese stijl, maar om een krijgskunstsysteem dat voor
iedereen open staat. In Dju Su worden immers een veelheid aan technieken gebruikt en doordat ook technieken uit
andere krijgskunsten worden overgenomen, laat Dju Su toe steeds verder te evolueren en zich aan te passen aan de
uitvoerder.
In de jaren '70 leerde Klaus Poestges, die reeds Judo, Karate en Jiu Jitsu had beoefend, de Dju Su Chan Shaolin
Si van Sifu Tse. In 1979 bereidden ze samen een demonstratie voor met de 2e GSA-Bonn.
Omdat in die periode vele militairen naar het burgerleven terugkeerden en omdat er, na een geslaagde
demonstratie, een grote vraag naar deze discipline bestond, werd in Duitsland de gevechtssportclub 'Black
Eagles' opgericht. De voorzitter van de club was Wolfgang Kamps. Sifu Poestges en Sifu Tse werden de eerste
trainers van de club.
Via de contacten van Wapenmeester Alain Leroy uit België met Sifu Poestges werd de naam Black Eagle ook in
België geïmporteerd. Wapenmeester Leroy leerde het Kung Fu Dju Su Chan Shaolin Si van Sifu Poestges en gaf deze
stijl vanaf 1986 door aan Sifu Jurgen Braeckmans. Deze richtte in 1994 Black Eagle Halle op. Kort nadien wordt
de samenwerking tussen Sifu Braeckmans en Wapenmeester Leroy, stopgezet. Op dit ogenblik sloot Black Eagle Halle
zich aan bij de BKO van Sijo Daniël Hayen, met als gevolg dat ook het Shin Gi Tai Kempo werd geïntroduceerd in
de club. In 2005 verlaat Black Eagle Halle ook het BKO om onder technische leiding van Sifu Tze Brugman verder
te gaan. Sifu Tze Brugman is door Sifu Tse aangeduid als zijn opvolger voor het verspreiden van het Shaolin
Kempo vanuit Nederland.
Ten gevolge van een te groot verschil in filosofie en visie verlaten Wim De Boeck en Michel Lhost in 2008 Black
Eagle Halle. Wim was toen 2e Dan Kung Fu Dju Su Chan Shaolin Si en 1e Dan Shaolin Kempo. Onder impuls van enkele
metgezellen richten zij Black Lotus Lennik op. Met deze club sluiten zij zich opnieuw aan bij de BKO. Michel
haalde kort nadien zijn 1e Dan Kung Fu Dju Su Chan Shaolin Si en Wim behaalde intussen een 2e Dan Shin Gi Tai
Kempo.
Onder zijn leiding wordt het gedeelte Dju Su sterk uitgebreid en worden de leden aan de hand van stages van
lesgevers in verschillende stijlen aangemoedigd hun gezichtsveld ruim te houden.
Door middel van het beoefenen van Kung Fu Dju Su Chan Shaolin Si wensen wij elk lid van onze club te helpen zijn eigen weg te vinden in een wereld vol conflicten en hem/haar helpen deze weg op een bewuste, zelfverzekerde en respectvolle manier te durven bewandelen.
Wij beoefenen een krijgskunst, wij trainen niet in een krijgskunst. Trainen wil immers zeggen dat er een prestatie vooropgesteld is waarnaar gestreefd wordt, terwijl beoefenen niet prestatiegericht is, geen einde heeft en geen beperkingen oplegt inzake leeftijd, fysiek, lenigheid, ...
Elk lid moet zich bewust zijn van zichzelf en van zichzelf in relatie tot anderen, van zijn kennen/kunnen/willen en van zijn omgeving met daarin de risico's/mogelijkheden/vluchtwegen.
Krijgskunst gebaseerd op een synthese van verschillende stijlen, zoals door Sifu Tze overgebracht naar Europa. Om deze term beter te begrijpen moet men de historiek van het Chan Shaolin Si doornemen.
Geheel van zelfverdedigingsoefeningen, afkomstig vanuit Duitsland en gebaseerd op een synthese van verschillende stijlen. Om deze term beter te begrijpen moet men de historiek van het Dju Su doornemen.
Zowel de hoofdlesgever, de instructeurs als alle andere leden kunnen slechts helpen in het zoeken en bewandelen van de weg. Het is het lid zelf dat zal moeten vinden en durven bewandelen. Het is het lid zelf dat bepaalt welke hulp hij/zij vraagt/aanvaardt.
Verwijst voor het Westen naar het geheel van 'Chinese vechtsporten', wat in China Wushu is. Eigenlijk betekent kung fu voor Chinezen 'het zich bekwamen in'. Wij hebben deze term behouden met beide betekenissen in het achterhoofd.
Elk lid van de club telt. Daarenboven zijn ook hoofdlesgever en de instructeurs zelf nog aan hun weg aan het timmeren, dit geldt ook en zeker niet in het minst voor hen.
Elk lid moet de keuzes van anderen erkennen en moet vermijden de weg van anderen te bemoeilijken met zijn eigen keuzes.
De manier waarop we onze krijgskunst beoefenen en leren kan als voorbeeld dienen; deze manier is op zich al een weg die wordt bewandeld, maar dan onder begeleiding van de hoofdlesgever en de instructeurs. Meer hierover in de uitleg over de drie assen van onze krijgskunst.
De weg die wordt begeleid in onze krijgskunst kan als voorbeeld dienen in andere situaties, zoals daar zijn het werk, de relaties tot anderen, andere sporten of hobby's, ... Meer hierover in de uitleg over conflicten.
Elk individu heeft het recht zijn eigen keuzes te maken en deze keuzes op zijn manier na te leven. Het belangrijkste is dat het individu zijn gemaakte keuzes ook leeft/uitvoert en niet blijft hangen in de fase van keuze maken zelf.